Aladin
Ik kocht in Lelystad een Heilige Birmaan. Een redpoint. Omdat hij mij qua kleur aan de vorige Aladin deed denken (een Pers) noemde ik hem ook Aladin. Omdat hij als fokkater gebruikt was, had hij heel lang opgesloten gezeten in een kooi. Hij was vrij onhandelbaar, en een kat met gebruiksaanwijzingen. Hij had gewoon liefde en aandacht nodig. En dat kreeg hij en later was hij hartstikke lief en kon ik met hem lezen en schrijven. Nog later kreeg hij plasproblemen, en moest ik hals over kop naar de dierenarts. Daar scheurde zijn blaas en moest hij met spoed geopereerd worden. Het was een kostbare operatie, maar het redde wel zijn leven. Hij is bijna twaalf jaar geworden, en hij kreeg kanker en ik moest hem in laten slapen. Ik mis hem nog altijd. (Ge)




