Jarda
Ik vroeg een hond voor mijn verjaardag. Oke, zei Edward, en een dag later, (ik was nog niet eens jarig) kwam hij met een mager scharminkel thuis.
"Wat een scharminkel!" zei ik. "Die wil ik niet hoor." Maar toen keek hij zo zielig dat ik zei: "Ach, je mag blijven." Ik had helemaal nog geen hondenvoer in huis, dus toen heb ik hem maar een bak hutspot gegeven. dat hadden wij zelf namelijk ook gegeten. Nou het was zo, hap slik weg. Een paar weken later zag hij er gewoon prachtig uit. Wat een verschil met eerst. Ik heb nog nooit zo'n lieve intelligente hond gehad. Het was een kruising Labrador Retriever. Je kon hem van alles leren. Iedereen was gek op hem. En zo groot als hij was, kwam hij gewoon op schoot zitten. Hij was alleen wel racistisch aangelegd want hij had een hekel aan Surinamers en Turken. Waarschijnlijk slecht behandeld in het verleden. Dat was wel eens lastig, want die kwamen regelmatig op visite. Hij moest ze even leren kennen en dan was het ook wel over. Ik had hem Jarda genoemd. Mijn dochter werd wel eens lastig gevallen op straat, maar toen zij Jarda mee nam, was dat gauw over. Ze zei: "Pak ze!" en hij hapte meteen een stuk uit zijn broek en ze heeft nooit meer last van die knul gehad. (Ge)


